
Thema 4
Voedselrelaties
Voedselrelaties
Wat is een biotoop?
Een biotoop is de plaats waar organismen (=planten en dieren) samen leven binnen één bepaalde gebied. Voorbeelden van biotopen zijn: een bos, een vijver, een zee, een heide,...

Let op! We spreken over 1 bepaald gebied en dus over 1 bos en niet over bossen!
Binnen een biotoop hebben organismen elkaar nodig, het ene organisme dient namelijk als voedsel voor het andere. daarom spreken we van voedselrelaties.
Biodiversiteit = De grote verscheidenheid aan soorten (planten en dieren) in eenzelfde gebied.
Organismen kunnen 4 rollen hebben binnen een voedselrelaties.
Producent

Planten produceren (maken) hun voedingstoffen zelf aan door middel van water, mineralen en koolstofdioxide op te nemen, ze moeten dus geen andere organismen opeten om te overleven. Alle andere organismen zijn afhankelijk van deze productie want ze kunnen geen voedingstoffen produceren.
Consument
Dieren consumeren (eten) andere organismen om te kunnen overleven. Zij kunnen enkel op deze manier voedingsstoffen opnemen. Planteneters of herbivoren eten enkel producenten (planten) op. We noemen ze consumenten van de eerste orde.
Vleeseters of carnivoren eten op hun beurt planteneters of herbivoren op. Dit zijn dan consumenten van de tweede orde.
Vervolgens zijn er ook carnivoren die op andere carnivoren jagen. Zo krijgen we consumenten van de derde, vierde,... orde.


Reducent
Bacteriën en schimmels reduceren (afbreken) organisch materiaal. Door het afbreken ontstaat er CO2, H2O en mineralen die producenten op hun beurt nodig hebben om te groeien.
Welke voedselrelaties zijn er tussen organismen in een biotoop?

2. Voedselweb:
Wanneer je voedselketens met elkaar kan verbinden vormt zich een voedselweb. Dit kan omdat één organisme door verschillende andere organismen kan worden opgegeten. Zo overlappen verschillende voedselketens en vormt zich een voedselweb.
(zie foto hieronder)

3. Voedselkringloop:

Als we rekening houden met de verschillende rollen van organismen (kunnen we een voedselketen ook voorstellen als een kringloop. Waarbij voedingstoffen steeds opnieuw gebruikt gaat worden.
Voorbeeld:
Neem de eikenboom, deze produceert zijn voedingstoffen. Rupsen eten blaadjes van de boom, merels eten rupsen en buizerds eten merels. De buizerd heeft weinig vijanden. Ooit sterft de buizerd, dan eten insecten en schimmels de resten op. Schimmels maken mineralen die de eikenboom weer opneemt om te groeien. Daarmee is de kringloop rond.

4. Voedselpiramide

Een volgende manier om voedselrelaties voor te stellen is de voedselpiramide. Hoe hoger het organisme in de piramide staat, hoe minder dat het organisme voorkomt in de natuur (en dus hoe kleiner het aantal individuen is). Dit noemen we een ecologisch evenwicht.
Wanneer het aantal producenten, consumenten, detrivoren en reducenten in een biotoop ongeveer gelijk blijft, is er stabiliteit. Er is dan voldoende voedsel, nestplaats, partnerkeuze, … voor alle organismen. We spreken van een ecologisch evenwicht.
Voorbeeld: Indien er minder bladluizen zijn, is er minder voedsel voor de lieveheersbeestjes, waardoor deze meer zullen sterven door tekort aan voedsel. Minder lieveheersbeestjes wil zeggen minder voedsel voor de mus, enz.
Let op: De piramide zal er anders uitzien indien je het aantal bladeren (veel) of het aantal bomen (minder) voorstelt. De piramide van aantallen ziet er dus niet altijd uit als een klassieke piramide.
(bv. hiervan zijn onderstaande foto's)


Tijd voor oefeningen:
- Oefen hier de begrippen van dit thema in:
- Oefen hier de schakels van een voedselkringloop (producenten, consumenten en reducenten):
- Maak hier een quiz over voedselrelaties:
- Maak hier een oefening over het verschil tussen voedselketen, voedselkringloop, voedselpiramide en voedselweb:
Uitdagende oefening:
- Oefen hier de theorie over heel het thema in:
- Test jezelf met de oefentoets! Met de modeloplossing kan je kijken waar je staat.
Extra!
Ben je geïnteresseerd in dit thema en wil je er meer over te weten komen? Bekijk dan zeker onderstaande video's!!
Klik hier voor een oefening over natuurlijke selectie.