Thema 4

Voortplanting bij de mens

Bouw en functie van de voortplantingsorganen:

De mannelijke voortplantingsorganen:

LET OP: de urineblaas behoort NIET tot de voortplantingsorganen.

Aaadcellen + vocht van zaadblaasjes + vocht van prostaat = SPERMA

Welke weg volgen de spermacellen door de organen van het mannelijk voortplantingsstelsel?

De spermacellen worden gevormd in de teelballen. Ze rijpen verder en worden opgeslagen in de bijballen. Wanneer de sperma volledig rijp/klaar is begeeft hij zich naar de zaadleiders. Hier wordt er vocht toegevoegd aan de spermacellen zoals o.a. prostaatvocht in de prostaatklier. Het gevormde sperma gaat vervolgens naar de urinebuis. Sperma verlaat het lichaam via de penis.

De functie van de mannelijke voortplantingsorganen

De twee teelballen (1) vind je in de balzak (2). Dat orgaan zorgt ervoor dat de temperatuur in de teelballen enkele graden lager is dan in de rest van het lichaam. Dat is nodig voor de goede ontwikkeling van de spermacellen (= de mannelijke voortplantingscellen) die ontstaan in de teelballen.

In de bijballen (4) worden de spermacellen tijdelijk opgeslagen. Vanuit iedere bijbal vertrekt een zaadleider (5) die de spermacellen tot in de urinebuis (6) brengt.

Onderweg wordt er vocht toegevoegd aan de spermacellen dat afkomstig is van de zaadblaasjes (7) en de prostaatklier (8). In dat vocht zitten voedingsstoffen en beschermende stoffen die de spermacellen nodig hebben om beter te bewegen en om te overleven in het vrouwelijk lichaam. Dat mengsel van spermacellen en vocht noemen we sperma.

Onder de prostaat liggen twee klieren van Cowper (9). Die kliertjes scheiden voorvocht af voordat het sperma in de urinebuis terechtkomt. Door afvalstoffen in de urine is de urinebuis een zure omgeving die schadelijk is voor zaadcellen. Dankzij het voorvocht, dat de urinebuis ontzuurt, kunnen de zaadcellen beter overleven.

Rondom de urinebuis in de penis ligt een weefsel met heel veel holten: de zwellichamen (11). Als die holten vollopen met bloed, bijvoorbeeld door seksuele opwinding, wordt de penis langer, dikker en harder. Die toestand van de penis is nodig om de spermacellen in het lichaam van de vrouw te brengen. We noemen dat de erectie van de penis.

Voor de eikel zit een losse huid. Deze beschermt de eikel en noemen we de voorhuid.

BESLUIT:

De voornaamste organen van het mannelijk voortplantingsstelsel en hun functie zijn:

Balzak: bescherming van de teelballen
Twee teelballen: vorming spermacellen
Twee zaadleiders: vervoer van spermacellen
Klieren (bv. prostaatklier): productie van voedingsstoffen en beschermende stoffen voor de spermacellen;
Penis: sperma in de vagina brengen.

Sperma bestaat uit spermacellen en vocht met voedingsstoffen en beschermende stoffen voor de spermacellen

WEETJE --> Lichaamshygiëne bij jongens :

Tussen de voorhuid en de eikel wordt er huidsmeer gevormd, zodat de eikel gemakkelijker door de opening van de voorhuid kan. De resten van het huidsmeer zijn een goede voedingsbodem voor bacteriën en schimmels, die infecties kunnen veroorzaken. Daarom moet je de voorhuid regelmatig naar achteren schuiven en de eikel wassen. Zo kun je de huidsmeerresten verwijderen.

Het geheel of gedeeltelijk wegnemen van de voorhuid kan noodzakelijk zijn als de eikel moeilijk door de opening van de voorhuid kan of als er regelmatig infecties optreden onder de voorhuid.

De vrouwelijke voortplantingsorganen:

LET OP: het schaambeen, de wervelkolom, anus, blaas behoren NIET tot het voortplantingsstelsel. Ze staan hierop ter verduidelijking zodat de ligging van de organen ten opzichte van elkaar duidelijk wordt.

De functie van de vrouwelijke voortplantingsorganen

Eierstok: In dit orgaan rijpen de eicellen en worden vrouwelijke hormonen geproduceerd.
Eileider: Kanaal dat de eicel naar de baarmoeder leidt.
Eileidertrechter: Verbreding aan het begin van de eileider.
Baarmoeder: Hol en gespierd orgaan waarin een embryo kan ontwikkelen tot een jong organisme.
Baarmoederhals: Opening onderaan de baarmoeder.
Schede of vagina: Gespierd orgaan dat de ingang vormt van het vrouwelijk voortplantingsstelsel.
Schaamlippen: Huidplooien die de vaginaopening beschermen.

De baarmoeder is een hol, peervormig en gespierd orgaan; ze is bovenaan breed en onderaan smal. De buitenwand bestaat uit een dikke spierlaag; de binnenwand is bekleed met baarmoederslijmvlies en bevat veel bloedvaten.

Na de eventuele bevruchting maakt dat slijmvlies de vasthechting van een eitje in de baarmoeder mogelijk. Dat is noodzakelijk voor de ontwikkeling van het eitje tot een nieuwe mens.

De baarmoederhals vormt de opening onderaan de baarmoeder. Ze maakt een slijmprop die de opening afsluit. Via de baarmoederhals staat de baarmoeder in verbinding met de vagina . Dat is een rekbaar en gespierd kanaal. De grote en kleine schaamlippen zijn huidplooien die de ingang tot de vagina vormen en beschermen. Bovenaan komen de kleine schaamlippen samen.

BESLUIT:

De voornaamste organen van het vrouwelijk voortplantingsstelsel en hun functie zijn:

Vagina: ingang van het vrouwelijk voortplantingsstelsel

Schaamlippen: bescherming van de vagina

Twee eierstokken: eicellen rijpen in deze organen

Twee eileiders: vervoeren van eicellen

Baarmoeder: hol, gespierd orgaan waarin een embryo kan ontwikkelen.

De eicel passeert volgende voortplantingsorganen tijdens haar reis naar de vagina.

Eierstok --> eileidertrechter -->eileider --> baarmoederholte --> baarmoederhals --> vagina

WEETJE --> Lichaamshygiëne bij meisjes :

De extra zorg bij meisjes is iets moeilijker omdat er 3 openingen vlak bij elkaar liggen: de anus, de urinebuis en de vagina. Vanaf de puberteit moet dagelijks tussen de kleine en de grote schaamlippen gereinigd worden, ook hier kunnen bacteriën zich opstapelen. Verder moet je er extra op letten dat telkens, bvb na toiletbezoek van voor, vanuit de schaamlippen, naar achter, de anus wordt afgeveegd. Zo vermijd je dat bacteriën van de anus naar de vagina worden gebracht.

De pubertijd

De primaire geslachtskenmerken zijn de verschillen tussen een jongen en een meisje die je kan waarnemen vanaf de geboorte.

Een jongen heeft een penis en een balzak.
Een meisje heeft een vagina en schaamlippen.

De secundaire geslachtskenmerken zijn de verschillen tussen een jongen en een meisje die rond de puberteit ontstaan onder invloed van het geslachtshormoon.

Tijdens de puberteit ontwikkelen zich de secundaire geslachtskenmerken.

Bij jongens:

De beharing neemt toe (oksels, schaamstreek, borst en aangezicht)
Het skelet en de skeletspieren worden sterker
Ze krijgen een lagere stem
De eerste zaadlozing

Bij meisjes:

De beharing neemt toe (schaamstreek en oksels)
De borsten nemen toe in volume
Ze krijgen rondere vormen
Het bekken wordt breder
De eerste menstruatie

het geslachthormonen die de groei van de geslachtorganen activeren zijn oestrogeen bij de meisjes en testosteron bij de jongens.

De menstruatiecyclus

Wat is de menstruatiecyclus

Meisjes beginnen te puberen ongeveer rond haar 10-12 jaar. Je wordt langzaam een vrouw! Ook binnenin je lichaam gebeurt er van alles. Dit komt door hormonen.

Elke maand rijpt er één eicel en verdikt de wand van de baarmoeder. Daarin kan een bevruchte eicel nestelen. Als de eicel onbevrucht blijft, verdwijnt de verdikking. Het bloed en slijmvlies van de baarmoederwand wordt afgevoerd langs de vagina. Dat is de menstruatiecyclus of menstruele cyclus.

De volledige cyclus herhaalt zich telkens opnieuw, gedurende je hele vruchtbare periode (vanaf je eerste menstruatie tot aan de menopauze).

Als je hormonale anticonceptie gebruikt, dan heb je geen eisprong en menstruatiecyclus. Bijvoorbeeld bij de pil, hormoonspiraaltje, hormonaal implantaat. Je hebt dan een kunstmatige menstruatie.

Hoe lang duurt de menstruatiecyclus?

Een natuurlijke cyclus duurt gemiddeld 28 dagen, maar een cyclus van 25 dagen tot 35 dagen is ook perfect normaal.

De menstruatiecyclus begint op de eerste dag van je menstruatie. Hij eindigt één dag voor je opnieuw menstrueert. Vooral de eerste jaren van je menstruatie kan de cyclus onregelmatig zijn.

De 4 fasen van de menstruatiecyclus

Menstruatie: als de eicel niet bevrucht is, wordt ze weer afgevoerd
Rijping van de eicel
Eisprong of ovulatie: de rijpe eicel komt los van de eierstok
Afdaling: de baarmoeder maakt zich klaar om de eventueel bevruchte eicel in te nestelen

De 4 fase van de menstruatiecyclus.

De menstruatiecyclus duurt in normale omstandigheden 28 dagen. Er is een duidelijke invloed van de eierstok op het baarmoederslijmvlies. De follikelcellen van de groeiende follikels in de eierstok scheiden immers geslachtshormonen af, die de groei van het baarmoederslijmvlies stimuleren. Na de eisprong blijven nog een groot aantal follikelcellen van de opengebarsten follikel in de eierstok achter. Na twee weken zijn ook die follikelcellen afgestorven, waardoor de productie van geslachtshormonen stilvalt; er treedt menstruatie op.

1. MENSTRUATIE

Het baarmoederslijmvlies wordt afgebroken en uit het lichaam verwijderd.
Er komt bloed, slijm en (een niet bevruchte) eicel uit de vagina van de vrouw.
Dit duurt 4 tot 7 dagen.

2. ONTWIKKELING VAN DE EICEL

In een van de eierstokken zal een eicel beginnen rijpen.
Tegelijkertijd zal het baarmoederlijmvlies beginnen verdikken.

3. EISPRONG = OVULATIE

Dit gebeurt ongeveer 14 dagen voor het begin van de nieuwe cyclus. Meerdere bronnen spreken elkaar hier wat tegen. Als een cyclus 28 dagen duurt zeggen sommigen dat de eisprong zal zijn op dag 14 (28-14 = 14) . Anderen zeggen dat de eisprong zal zijn op dag 15 (dag 1 van de nieuwe cyclus min 14 dagen) (29 - 14 = 15).
De eicel gaat uit de eierstok en wordt opgevangen door de eitrechter
De eicel zit nu in de eileider
Er is kans op bevruchting (want zaadcellen kunnen de eicel nu bereiken)
De eicel leeft nu maximum 24u

4. AFDALING - BAARMOEDER MAAKT ZICH KLAAR VOOR EEN EVT INNESTELING

In deze fase kan de bevruchting plaatsvinden.
Tijdens de vruchtbare periode is er kans op bevruchting. Dit betekent dat de zaadcel en eicel elkaar kunnen ontmoeten en dat de eicel en zaadcel dus kunnen versmelten. De vrouw kan dus zwanger worden tijdens de vruchtbare periode. De zaadcel leeft maximum 5 dagen. Een eicel leeft na de eisprong slechts 24u. Maximum 5 dagen voor de eisprong begint de vruchtbare periode en duurt tot maximum 24u na de eisprong.

Is er GEEN bevruchting, dan zal het baarmoederslijmvlies terug afbreken en zal er dus wat slijm, bloed en een onbevruchte eicel het lichaam van de vrouw verlaten waarbij we dus terug in FASE 1 zitten nl. de menstruatie. .

Wanneer ben je vruchtbaar?

Hoeveel dagen voor en na de eisprong ben je vruchtbaar?

De rijpe eicel kan tot 24 uur na de eisprong bevrucht worden door een zaadcel. Een vrouw is dus vruchtbaar vanaf de eisprong tot 24 uur later.

Maar: zaadcellen kunnen tot 5 dagen overleven in je lichaam. Je kan dus zwanger worden als je seks had een paar dagen vóór je eisprong.

Wil je niet zwanger worden?

Als je een zwangerschap wil voorkomen, moet je dus op de dag van de eisprong én de dagen ervoor een vorm van anticonceptie gebruiken of niet vrijen. Bekijk ook de meest efficiënte anticonceptie die bij je past.

Wil je wel zwanger worden?

Omdat sperma een overlevingstijd heeft van 5 dagen, heb je als koppel de meeste kans op een zwangerschap op de dag van de eisprong en de 5 dagen ervoor

Eenmaal je zanger bent, dan heb je 9 maanden geen eiersprong meer.

De hormonen brengen niet alleen lichamelijke veranderingen mee, maar ook sociale en emotionele veranderingen. Je groeit naar een eigen "ik". Je begint anders te denken over je ouders, het andere geslacht, de wereld, jezelf. Je voelt je soms onzeker, wat frustrerend kan zijn, maar het vormt je persoonlijkheid op weg naar volwassenheid.

De zwangerschap

Hoe komen de spermacellen in het lichaam van de vrouw terecht?

Bij seksuele prikkeling komt de penis in erectietoestand. De penis, die in normale toestand slap is, wordt stijf en kan dan binnengebracht worden in de vagina. We noemen dat geslachtsgemeenschap of coïtus. Een paar miljoen spermacellen komen vrij in de vagina. Ze kunnen in het lichaam van de vrouw 3 tot 5 dagen overleven.

Liefde en relaties:

In tegenstelling tot bij de dieren is geslachtsgemeenschap bij de mens meer dan gewoon een lichamelijk gebeuren. Voor veel mensen is het een uiting van liefde tijdens een liefdesrelatie die steunt op aandacht en respect voor elkaars gevoelens.

Kiezen voor geslachtsgemeenschap houdt in dat je onvoorwaardelijk je verantwoordelijkheid wilt opnemen, zowel tegenover je partner als tegenover de kinderen die door de geslachtsgemeenschap kunnen worden verwekt. Omdat je daar op jeugdige leeftijd eigenlijk nog niet aan toe bent, is het raadzaam voldoende tijd te nemen voor je kiest voor geslachtsgemeenschap.

LET OP: Ook al gebruik je voorbehoedsmiddelen, je bent nooit 100% veilig en kan dus nog steeds zwanger geraken!!

STAP 1: Bevruchting

Eén keer per menstruatiecyclus komt er een eicel vrij uit één van de eierstokken. = EISPRONG of OVULATIE. Als man en vrouw seks hebben en er is zaadlozing van de man in de vagina, kunnen de zaadcellen richting de eicel zwemmen. Er moet dan uiteraard wel een eisprong zijn geweest want anders is de eicel niet bereikbaar voor de zaadcellen.

Zaadcellen kunnen maximum 3-5 dagen overleven in de baarmoeder van de vrouw en 'wachten op de eisprong'. Als de eicel 'beschikbaar' is in de eileider van de vrouw (na de eisprong) dan kan er bevruchting optreden.

Een spermacel bereikt de eicel. De kop van de spermacel dringt in het omhulsel rond de eicel. Andere spermacellen kunnen niet meer in de eicel komen. Beide celkernen versmelten met elkaar. Het erfelijk materiaal van de spermacel en de eicel wordt samengevoegd. Dit is het moment van de bevruchting

Bevruchting = is het versmelten van de kern van de spermacel met die van de eicel. Dit vindt plaats in het begin van de eileider.

Bevruchte eicel noemen we een zygote. De bevrachting van de eicel gebeurt in de eileider.

Als er bevruchting is (en de vrouw zwanger is) zal er gedurende de hele zwangerschap (9 maanden) GEEN menstruatie zijn!

STAP 2: Innesteling

De bevruchte eicel begint zich te delen: eerst ontstaan er 2 cellen, daarna 4, 8, 16, 32 …

De bevruchte eicel is nu een embryo geworden. Zodra het embryo zich in de baarmoederholte bevindt, zal het zich innestelen in het baarmoederslijmvlies. Op die manier ontstaat er een verbinding tussen moeder en kind waarbij het embryo voedingsstoffen en zuurstofgas krijgt van de moeder. Ook worden er langs deze weg afvalstoffen van het kind, zoals bv. koolstofdioxide, teruggebracht naar de moeder.

Innesteling:

Fase tijdens de zwangerschap waarin het embryo ingroeit in het baarmoederslijmvlies.

STAP 3: Embryonale ontwikkeling (0 tot 8 weken)

De embryonale fase start na de innesteling van het embryo. Tijdens die fase worden de organen gevormd.

De celdelingen van het embryo gaan onophoudelijk door, waardoor er organen worden gevormd. Die periode duurt ongeveer twee maanden en wordt de embryonale fase genoemd.

In deze periode kan een spontane miskraam plaatsvinden, dit is een spontane stopzetting van de zwangerschap. Dat kan gebeuren door een fout dat ontstaan is tijdens de bevruchting of door een afwijkingen aan de baarmoeder.

Rond het embryo groeien vruchtvliezen die een vruchtwaterzak vormen. Die is gevuld met vruchtwater waarin het kindje tot aan zijn geboorte gemakkelijk kan bewegen en beschermd zit.

De vruchtwaterzak beschermt het kindje tegen schokken en stoten, tegen uitdroging en tegen temperatuurschommelingen. Op de plaats waar het embryo zich heeft ingenesteld, ontstaat de moederkoek of placenta. Het embryo is met de moederkoek verbonden via de navelstreng.

NAVELSTRENG en PLACENTA

Door de navelstreng lopen vele bloedvaten van het kind richting de moederkoek.

In de moederkoek zitten vele bloedvaten van de moeder en komen de bloedvaten van het kind terecht. Beide bloedbanen zijn gescheiden! Het bloed van het kind en het bloed van de moeder wordt NOOIT gemengd met elkaar.

Het bloed van de moeder komt in holtes terecht in de placenta. De bloedvaten van het kind liggen zeer dicht bij deze holten. Hier gebeurt dan ook de STOFUITWISSELING tussen moeder en kind. In het bloed van de moeder zit namelijk zuurstof, voedingsstoffen, ... die noodzakelijk zijn voor het kind. Deze stoffen gaan dus door de bloedvaten in het bloed van het kind. Anderzijds zal het kind hier ook afvalstoffen en CO2 afgeven aan het bloed van de moeder. De moeder ademt de CO2 dan uit en via het uitscheidingsstelsel zullen de afvalstoffen van het kind mee verdwijnen.

STAP 4: Foetale groei

Vanaf de derde maand heeft het embryo de typisch menselijke vorm. Alle organen zijn gevormd. We spreken nu van een foetus. Tijdens de foetale groei, die eindigt met de bevalling, groeien de organen en treden ze in werking.

Na ongeveer 40 weken is de foetus volgroeid en kan de baby geboren worden.

STAP 5: Geboorte

Tijdens de laatste week van de zwangerschap daalt de foetus naar de bodem van het bekken, met het hoofdje naar de baarmoederhals gekeerd. Die fase heet de indaling.

Tijdens de geboorte zelf kunnen we drie fasen onderscheiden: de ontsluiting, de uitdrijving en de nageboorte

1) Ontsluiting

Er ontstaan weeën (= samentrekken van de baarmoeder)
De vruchtwaterzak breekt, het vruchtwater loopt naar buiten
De baarmoederhals wordt wijder/ontsluit zich

2) Uitdrijving

De moeder perst bij elke perswee mee
De baby wordt, met het hoofd eerst, naar buiten geperst
De navelstreng wordt afgebonden en doorgeknipt

3) Nageboorte

De moederkoek, de vruchtvliezen en de rest van de navelstreng worden naar buiten geperst

Wat zijn chromosomen?

Je krijgt dus kenmerken mee van je beide ouders want een zaadcel (papa) versmelt met een eicel (mama). Alle informatie over hoe de baby er gaat uitzien ligt in de celkernen. Elke cel van je lichaam heeft in zijn kern dezelfde informatie die verpakt zit in draadvormige structuren:

Kenmerken zoals haarkleur, oogkleur, lengte.... noemen we erfelijke eigenschappen.

Elke cel in ons lichaam bevat bevat 23 paren (dus 46 stuks) chromosomen, dit noemen we chromosomenparen (zie foto)

chromosomen bevatten je DNA

Een eicel en een zaadcel bevatten maar 23 chromosomen. De helft dus. Logisch want bij de versmelting van de kern van een eicel met de kern van een zaadcel heb je terug 23 paar chromosomen (= 46 chromosomen).

LET OP!! Je hebt 23 chromosomenparen, maar je hebt 46 chromosomen.

Hoe ontstaan tweelingen

Wat is genetische manipulatie?

= Het veranderen van erfelijke eigenschappen door het verwijderen of toevoegen van genen.

Wat is klonen?

Klonen = al het genetisch materiaal van 1 individu wordt gebruikt om een exacte kopie te maken.

Men neemt de kern van een cel (vb. huidcel). Men neemt een eicel waaruit men de kern verwijdert. De kern van de huidcel wordt in de "lege" eicel geplaatst.

Enkele voordelen:

men kan erfelijke ziekten beter bestuderen en uitschakelen
bedreigde dieren kunnen in stand gehouden worden

Enkele nadelen:

zeer duur
grote kans op fouten

Het klonen van mensen is verboden. Toch wordt deze techniek al toegepast, niet om volledige organismen te klonen maar men probeert weefsel of organen te klonen = therapeutisch klonen.

Middelen om zwangerschap en soa's te voorkomen

Middelen om bevruchting en zwangerschap te verhinderen, noemen we voorbehoedsmiddelen of anticonceptiemiddelen. Sommige voorbehoedsmiddelen beschermen je niet alleen tegen een mogelijke zwangerschap of bevruchting, maar ook tegen seksueel overdraagbare aandoeningen (soa's).

3 soorten anticonceptie

Hormonale voorbehoedsmiddelen
Barrièremiddelen
Anticonceptie door sterilisatie

er is ook nog een 4de soort anticonceptie mogelijk namelijk de Periodieke onthouding of Coïtus interruptus:, maar deze zijn de minst veiligste manieren.

Periodieke onthouding --> Bij deze methode wordt geslachtsgemeenschap vermeden tijdens de vruchtbare periode van de vrouw.

Vermits zaadcellen enkele dagen in leven kunnen blijven in de eileider, begint die periode een vijftal dagen vóór de eisprong. Ze eindigt de tweede dag na de eisprong, want een eicel kan maar 24u in leven blijven.

Deze methode is onbetrouwbaar omdat je nooit exact erker bent wanneer je je eiersprong krijgt en/of er kan een fout in je berekening zijn.

Coïtus interruptus --> ook wet terugtrek methode genoemd. hier trekt te man terug uit de vagina wanneer hij op het punt staat om klaar te komen. Ook deze methode is niet veilig aangezien er sperma via het voorvocht in de vagina kan belanden.

1. Hormonale voorbehoedsmiddelen

Hormonale voorbehoedsmiddelen bevatten altijd hormonen.

Hormonen zijn stofjes die je lichaam zelf aanmaakt en die via de bloedbaan de organen en weefsels aansturen om allerlei lichaamsfuncties te regelen. Hormonen hebben invloed op zowel langlopende lichaamsprocessen, zoals de groei of de puberteit, als kortlopende lichaamsprocessen zoals bloeddruk en angstreacties.

Hormonale voorbehoedsmiddelen bevatten de hormonen oestrogeen en/of progestageen die er voor zullen zorgen dat er geen zwangerschap kan optreden. Dit kan doordat:

De zaadcel moeilijker bij de eicel geraakt.
Er geen eisprong is
De eicel zich niet kan innestelen omdat de baarmoederwand niet voorbereid is.

Hormonale voorbehoedsmiddelen zijn ENKEL voor VROUWEN!

Hormonale voorbehoedsmiddelen beschermen NIET tegen SOA's!

Voorbeelden van hormonale voorbehoedsmiddelen zijn:

Voorbeelden van barrière voorbehoedsmiddelen zijn:

Barrièremiddelen zorgen ervoor dat er een barrière is tussen de eicel en de zaadcellen. De zaadcellen kunnen de eicel dus niet bereiken waardoor er ook geen bevruchting kan optreden.

Voorbeelden:

Mannencondoom (gebruikt door de man)
Vrouwencondoom (gebruikt door de vrouw)
Pessarium (vaak samen gebruikt met een zaaddodende gel) (zet bovenaan in de vagina voor de baarmoedermond)
Koper spiraal (zit in de baarmoeder van de vrouw) = Een buigzaam, plastiek voorwerp dat met koperdraad is omwikkeld. Maakt innesteling onmogelijk en koper maakt zaadcellen minder actief.

Enkel het mannen- en vrouwencondoom beschermt volledig tegen SOA's!

Voorbeelden van permante voorbehoedsmiddelen of sterilisatie zijn:

Wat is sterilisatie?

Sterilisatie is een operatie die je onvruchtbaar maakt.
Zowel mannen als vrouwen kunnen gesteriliseerd worden.
Een sterilisatie ongedaan laten maken is mogelijk, maar wel moeilijk. Ongedaan maken lukt niet altijd.

Hoe werkt sterilisatie?

Sterilisatie werkt anders bij mannen en vrouwen.
Bij mannen onderbreekt de dokter de zaadleiders. Daardoor zitten er geen zaadcellen meer in het sperma en is bevruchting onmogelijk. Deze ingreep wordt ook vasectomie genoemd.
Bij vrouwen onderbreekt de dokter de eileiders. Daardoor geraken zaadcellen niet meer tot bij de rijpe eicel en kunnen eicellen niet meer afdalen tot in de baarmoeder.

Alle info over de verschillende anticonceptiemiddelen vind je hier.

SOA's... Wat zijn dat?

Een soa = een seksueel overdraagbare aandoening.

Laat het duidelijk zijn: een soa of geslachtsziekte krijg je niet als je uit het glas van een besmette persoon drinkt of als je na hem op de toiletbril gaat zitten. De ziekteverwekkers van een soa kunnen immers niet overleven buiten het lichaam. In het lichaam van een besmette persoon kunnen ze wel verwoestend tekeergaan. Een soa die momenteel de wereldbevolking teistert, is aids.

Soa's: seksuele overdraagbare aandoeningen. Je kunt ze voornamelijk oplopen door seksueel contact. Het condoom is het enige anticonceptiemiddel dat bescherming biedt.

Een soa merk je niet altijd vanaf het eerste moment. Je kan besmet zijn zonder dat je het direct merkt. Je geeft het wel door aan je partner door seksuele handelingen. Ook bloedcontact (vb: gebruik van besmette naalden bij tatoeage) en tijdens de zwangerschap van moeder op kind ( vb: aids) kunnen tot een besmetting leiden.

Een niet behandelde soa kan ernstige gevolgen hebben zoals onvruchtbaarheid en zelfs de dood.

Als je wisselende partners hebt, dan kan je dus maar beter ALTIJD een condoom gebruiken. Want veilig klaarkomen is beter dan genezen van een soa of er levenslang mee rondlopen.

Chlamydia

Aids

Syfilis

Gonorroe

Genitale herpes

Seksueel geweld

Ongewenste intimiteiten: seksueel getint gedrag dat ongewenst is. Het kunnen seksueel getinte opmerkingen, gebaren of aanrakingen zijn.
Incest: seks tussen directe familieleden.
Exhibitionisme: het opdringen aan andermans zicht van de eigen ontblote geslachtsdelen of van een seksuele daad op een openbare plaats of op een plaats die zichtbaar is voor het publiek.
Pedofilie: volwassen persoon met seksuele gevoelens voor kinderen die nog geen secundaire geslachtskenmerken vertonen
Aanranding: alle gedwongen seksuele handelingen behalve seksueel binnendringen.
Verkrachting: Bij verkrachting is sprake van seksueel binnendringen.

Abortus

In België is abortus toegelaten sinds 1990 maar enkel: De eerste 12 weken na bevruchting:

De eerste 12 weken van de zwangerschap is abortus in ons land toegelaten maar enkel: In een noodsituatie ( de wet zegt niets over wat die noodsituatie inhoudt, de vrouw beslist)

Na 14de week: Enkel nog toegelaten als het leven van de moeder in gevaar is of als het kind met een ongeneeslijke afwijking zal geboren worden.